De Creuse is de meest voorkomende oester in de Nederlandse wateren. De oester heeft een diepere kom dan de platte oester en de ovaal gevormde schelp is aan de buitenkant grillig. Creuses worden minimaal twee keer per jaar verplaatst naar een ander perceel waar zich op dat moment de beste leefomstandigheden voortdoen. Het duurt circa twee tot drie jaar voordat de creuse klaar is voor consumptie.
De platte oester is de meest exclusieve soort in Nederland. Door een groeiproces van circa vijf tot zes jaar komt de verfijnde, iets peperige smaak langzaam tot stand. De platte oester heeft een rond gevormde gladde schelp. Deze oester wordt minimaal één keer per jaar verplaatst naar een ander perceel, zodat de voedingsbalans optimaal is en de allerbeste kwaliteit gegarandeerd is.
De Oosterschelde is een zeearm van de Noordzee in het zuidwesten van Nederland. Door de beschutte ligging is het een van de schoonste zeewateren van Nederland. Sinds 2002 is de Oosterschelde officieel het grootste Nationaal Park van Nederland. De beschutte ligging in combinatie met de temperatuur van het water, het zoutgehalte en de iets veenachtige bodem maakt de Oosterschelde een ideaal gebied voor de kweek van volle, romige en zilte oesters.
Ook de Grevelingen is een voormalige zeearm van de Noordzee. Tussen 1965 en 1971 werd de Grevelingen afgesloten van open zee door de komst van de Grevelingendam en de Brouwersdam. Het Grevelingenmeer is het grootste zoutwatermeer van West Europa. Het zoutgehalte wordt op pijl gehouden door een sluis die in verbinding staat met de Noordzee. De beschutte ligging, een overvloed aan voedsel en de geringe temperatuurverschillen in het water maken dit gebied ideaal voor met name de kweek van de Zeeuwse platte oester.
Zowel de Creuse als de platte oester worden in de Oosterschelde en het Grevelingenmeer gekweekt. In de maanden juli en augustus vindt de voortplanting plaats. De oesterlarven hechten zich vast aan collecteurs, bijvoorbeeld lege schelpen en voorheen dakpannen. Na enkele maanden worden de oesters van de bodem opgevist en verplaatst naar een ander perceel van de kweker met de juiste omstandigheden die passen bij de levensfase waarin de oester zich op dat moment verkeert. In de laatste groeifase (half jaar tot een jaar) komen de oesters op de beste, schone gronden terecht met voedselrijk water en een continue toevoer van voedsel, waardoor het vlees in de schelp mooi vol wordt.
Eenmaal klaar voor consumptie, worden de oesters van de percelen in zee opgevist en na een eerste sortering op de boot, in oesterputten geplaatst. De oesterputten zijn gelegen direct tegen de Oosterschelde aan en door gebruik te maken van de getijden in de Oosterschelde kunnen ze tot twee keer per dag worden voorzien van vers zeewater. Gedurende de periode in de oesterputten kunnen de oesters tot rust komen, zichzelf zuiveren en ontdoen van de laatste zandkorrels. Tijdens deze laatste periode worden de oesters meermaals gecontroleerd op de vleeskwaliteit, waardoor de consument verzekerd is van de allerbeste kwaliteit
Wanneer de Zeeuwse oesters na een periode van 3 tot 6 jaar klaar zijn voor consumptie worden ze opgevist en ondergaat iedere oester de volgende procedure voordat ze naar de klant gaan.
De Nederlandse wateren voor oesterkweek behoren tot de meest gezonde gebieden van Europa. Sinds 1906 neemt de overheid maatregelen en voert het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit wekelijks controles uit in de Oosterschelde en de Grevelingen . op het gebied van o.a. mogelijk schadelijke bacteriën en algen. Bij enige twijfel wordt een gebied direct gesloten, zodat men altijd blijft voldoen aan de strenge richtlijnen van de Europese Commissie. In de oesterbassins van de kwekers vindt eenmaal per maand controle plaats op de aanwezigheid van schadelijke bacteriën. De oester verwerkende bedrijven krijgen één maal per week controle of ze voldoen aan de gestelde normen. Door de frequente en consistente controle van iedere productieschakel, is het gehele traject traceerbaar en te achterhalen.
In 2013 heeft de Nederlandse Oestervisserij het internationaal erkende Marine Stewardship Council ontvangen. Het MSC, is een wereldwijde organisatie en met een certificeringsprogramma voor duurzame visserij en traceerbaarheid van vis en schelpdierproducten. Kwekers dienen op te geven waar de oesters zijn opgevist, zodat vanaf het vangstgebied in Nederland tot aan de consument het hele tracé achterhaald kan worden en de consument weet waar en hoe het product daadwerkelijk gevangen is.